Nieuwe Revu Britt Stubbe |
WENDE SNIJDERS TWIJFELT (NIET) |
5 apr 2005 |
Het leven lacht haar toe: een alom geprezen debuutplaat, tv-optredens en een eigen theatervoorstelling. Maar geluk heeft iets onheilspellends: 'Je moet proberen het heft in eigen hand te houden. Strijdvaardig ten bate van tederheid en 'eigenheid.' Een blond meisje in een knalrode jurk zwiert door de lobby van theater De Kom in Nieuwegein. Wat een levenslust. En dat in misschien wel de saaiste stad van Nederland. De wachtende theaterbezoekers zetten opgelucht hun koffiekopjes neer. Nu kunnen ze het meisje vertellen hoe geweldig ze is. Het meisje heet Wende Snijders. En dat ze geweldig is hoort ze tegenwoordig elke dag. Sinds de culturele elite met haar dweept staat de 26-jarige chansonnière voor uitverkochte theaters. Youp van 't Hek vertelt tegen wie het maar horen wil hoe Wende met hart en ziel Franse liederen zingt. Herman van Veen omschrijft haar als een volbloed waar je na drie maten aan verslingerd raakt. En Paul de Leeuw zegt dat Wende hem de koude rillingen over de bezwete rug doet lopen. Niet handig uitgedrukt, maar bedoeld als compliment. Ook kunstrecensenten buitelen over elkaar heen om de mooiste veren in de bevallige reet van Wende Snijders te steken. Ze zou Brei nog mooier zingen dan Brei zelf. En nu is er ook nog een Edison voor Quand Tu Dors, Wende's debuutalbum met covers en zelfgeschreven chansons. "Ik moet de eerste negatieve recensie nog krijgen. Natuurlijk komt die er. Anders zou er geen fuck aan zijn," zegt Wende na afloop van haar laatste theatershow dit seizoen. Ze verkoopt vanavond veel cd's en ontvangt bergen complimenten. Iedereen wordt uitvoerig bedankt met een stem als die van Lot uit Sesamstraat: kinderlijk en op volle toeren. Haar armen schieten heel kleinkunsterig om de haverklap de lucht in. Haar handen kennen een eigen alfabet. Buiten het podium is al die expressie wat overdreven, op het toneel is het haar grote kracht. Wende zingt haar chansons niet. Ze acteert ze. Het ene moment is ze verleidelijk. Dan weer woedend, machteloos of spottend. Zelfs wie geen woord Frans spreekt voelt elke emotie. Toch schrikt de chique dame met parelketting op rij veertien als Wende halverwege de voorstelling in een Nederlandse dialoog de jaloerse vriendin uithangt. Wat gepaard gaat met veel gevloek en obsceniteiten. Wende lacht als ze hoort van de geschrokken parelketting. "Het zou toch niet interessant zijn als ik alleen maar het lievige meisje ben? Ik vind er niks aan als iemand in een mooie jurk in het luchtledige staart en dan heel mooi gaat zingen. Dan denk ik: er is geen conflict. Geen twijfel. En dus ook geen kwetsbaarheid. Bij een poëzie- avond zag ik laatst een hippe gast met glimmende gympen een heel mooi liefdesgedicht voordragen. Dat vind ik mooi." Haar theatervoorstelling heet Wende. Niet omdat ze nou zo nodig wil laten zien wie ze zelf is, zegt ze terwijl ze een bak yoghurt met muesli eet in het appartement van haar vriend in de Amsterdamse Pijp. Ze haat al die bekende Nederlanders met hun reality- hows. Fel zegt ze: "Dan hoor ik de kijkers al zeggen: 'Nou, dat is gelukkig ook maar een mens.' Waarom wil iedereen toch zo graag de magie doorbreken? Gisteren zag ik Karl Lagerfeld op tv. De interviewer vroeg of hij op wolken liep. Hij zei: constant. Omdat hij de werkelijkheid niet boeiend vindt. Zo voel ik dat ook. Verbeelding is oneindig veel interessanter dan de werkelijkheid." Wende Snijders leeft dan ook een leven dat tot de verbeelding spreekt. Geboren in Beckenham, Engeland, en op haar 4de verhuisd naar Indonesië. Daar was ze een bezienswaardigheid. "Ik was zo'n klein lief blond worstje. Op de markt voelde iedereen aan mijn haren en kneep in mijn wangen. Mijn vader kneep eens een vrouw terug. Hij wilde laten voelen hoe het is om zo bekeken te worden." Na twee jaar reist het gezin Snijders weer door, naar het land waar Wende de Franse taal leerde: Guinee-Bissau. Vader Snijders is civiel ingenieur. "Hij bouwt dus bruggen." Of opgroeien in exotische landen haar levensvisie heeft beïnvloed weet ze niet. Het poëtische taalgevoel van Afrikanen heeft haar misschien geïnspireerd. Wellicht hebben de verre oorden haar fantasie gevoed. Ze speelt er uren buiten, vaak samen met haar grote broer, opgaand in haar spel. "Ik rende het liefst voortdurend heen en weer. Mijn ouders werden gek van mijn overschot aan energie." Maar misschien had ze evenveel verbeeldingskracht gehad als ze altijd in Zeist had gewoond, de plaats waar het gezin Snijders op haar 9de naar terugkeerde. Ach, ze weet het niet. Net zoals Wende veel dingen niet weet. Niet dat ze niet nadenkt. Ze raakt gewoon snel verstrikt in haar gedachten. En al praat ze veel, ze houdt er niet van om zomaar iets te roepen. Als ze dat wel doet, slikt ze het snel weer in. Zoals tijdens een gesprek over de integratieproblematiek. Ze heeft het allemaal wel gelezen. Van Theo van Gogh tot de Diamantbuurt. Toch heeft ze het gevoel dat de media het soms erger voorstellen dan het is. Klakkeloos roept ze: "Ik ga nog steeds naar het Turkse bakkertje bij mij in West zonder een mes in mijn rug te krijgen, weet je wel." Om na een paar tegenargumenten toe te geven dat ze er misschien ook niet genoeg van weet. "Ik ga niet zoveel uit. En zeker niet naar tenten als de Escape. Verder zat ik op het Christelijk Lyceum in Zeist." Als ze zichzelf iets hoort beweren wordt die gedachte onmiddellijk gevloerd door tien andere meningen die haar eigen brein tegenwerpt. "Ik denk bij elke zin: is dat nou wel zo? Ik ben gewoon niet zo stellig." Stelligheid is inderdaad niet haar sterkste eigenschap. Misschien dat ze het daarom extra zwaar heeft de eerste jaren op de Amsterdamse Kleinkunstacademie. Net 18, het warme nest in Zeist verruild voor de grote stad waarin het makkelijk verzuipen is. Op die school met mensen die ouder zijn en het allemaal al heel goed weten. Dan nog die leraren die continu beoordelen. Ze voelt zich er niet veilig. Misschien wel voor het eerst in haar leven ontheemd. "Als ik foto's zie uit die tijd denk ik: jee, wat zie ik er daar ongelukkig uit." In het derde jaar voelt ze zich er eindelijk thuis. Een jaar voor ze afstudeert wint ze de eerste prijs en de publieksprijs van het Concours de la Chanson, een door de Alliance Francaise georganiseerde chanson-wedstrijd. Daarna acteert ze in de lunchvoorstelling Pit en het kindertheaterstuk Popcorn. "Vaak zaten die kinderen zich stierlijk te vervelen. Daar werd ik echt een beetje bang van." Ze is ook dat blonde kassameisje in de videoclip bij Hou- doe van cabaretgroep Vliegende Panters. Op Oerol speelde ze samen met een vriendin een zelfgeschreven stuk, gebaseerd op het werk van Gabriel Garcia Marquez. Toch laat ze de chansons niet los. Recensenten jubelen over haar bijdrage aan het Jacques Brel-tribute. Hierdoor aangemoedigd werkt ze keihard aan een avondvullend programma. Een eigen show. Iets waar ze al lang van droomt. Als kind was ze altijd al aan het dansen en zingen. Wellicht werden haar aspiraties gevoed door het ontbreken van een tv-aansluiting in Afrika. Wel was er een videorecorder met slechts twee films die ze nu kan dromen: The Sound of Music en MaryPoppins. Gerard Cox wordt tijdens de repetities voor de tv-uitzending van Dichter des Vaderlands overdreven verbaasd aangekeken door de floormanager. "Ken je Wende Snijders niet, Gerard?" Het is kennelijk een godsschandaal. Zelf lijkt Cox er niet zo mee te zitten. Hier in de Amsterdamse club Panama lijkt iedereen Wende te kennen. Van Maarten van Roozendaal tot de lichtjongen. Van Ivo de Wijs tot de visagiste. Wende is nerveus. Vanavond zingt ze in de live-uitzending de cabaretklassieker Mensch Durf te Leven. De repetitie levert al groot applaus op, zelf loopt ze gespannen naar haar vriend die liefdevol over haar rug wrijft. Dat ze heel even struikelde over die ene zin kan gebeuren. Ondertussen heeft presentator Joost Prinsen, ex-docent van Wende op de Kleinkunstacademie, zijn eigen zorgen. Hij moet iets eten Anders valt hij dood neer. Als Wende de andere muzikale gast Maarten van Roozendaal ziet loopt ze resoluut op hem af. Maakt ze niet te veel armbewegingen als ze zingt? Het moet niet te groots zijn Ondertussen stort Joost Prinsen zich op de gearriveerde blokjes kaas. Wende ziet de kaas niet. Die zit gewoon even heel erg met haar armen. Op de stoel van de visagiste ratelt Wende aan één stuk door. Ze vraagt zich onder meer af of ze de enige is die dacht dat Angelina Jolie al dik in de 30 was. Vertelt dat er meisjes zijn die hun enkels bijschaven. En dat ze dacht dat Youp laatst naar een show kwam kijken Maar hij kwam niet. De kassajuf zei dat hij in de file stond en dat gerucht zoemde door het theater. Maar Wende had zich gewoon vergist in de dag. Ook weet Wende best dat ze een dikke kont heeft, maar ze draagt gewoon korte rokjes. Vindt ze nou eenmaal leuk. Ze twijfelt of ze haar oude vertrouwde rode succesjurk zal aantrekken of een nieuwe goudkleurige. Het rode concept is ze wel een beetje voorbij. Ook tijdens de maaltijd lult ze iedereen de oren van het hoofd. Over dat ze het heel druk heeft maar dat het heel goed met haar gaat. Dan vraagt ze of ze van rode kool net als van bietjes rood zal gaan plassen. Als er even geen antwoord volgt zegt ze: "Nou zeg. Niemand luistert ook naar mij! " Hoofden draaien zich abrupt om en Wende trekt snel een grimas dat uitdrukt: grapje. Een uur later davert het applaus en zegt Joost Prinsen in de camera dat Wende Snijders uitnodigen het risico met zich meedraagt dat daarna alles tegenvalt. Als Wende Mensch Durf te Leven zingt doet ze dat met zo'n intensiteit dat de tv-kijker zomaar kan besluiten de volgende dag zijn ontslag in te dienen. Het thema van het lied ligt Wende na aan het hart. Net als het chanson dat in haar eigen show de meeste indruk maakt, Brels Au Suivant. "Joost Prinsen heeft wel eens gezegd dat het over een bordeel gaat. Over een hoer die zegt: au suivant, de volgende. Voor mij is het duidelijk een metafoor, de hele wereld is een bordeel. Je staat in de rij om te worden afgewerkt. Snap je? Terwijl je moet proberen het heft in eigen hand te houden. Strijdvaardig ten bate van tederheid en eigenheid. " Wende begrijpt best dat veel mensen 'zich depressief lopen af te vragen wat we hier doen op aard'. Ze kent de behoefte de hele dag in bed te blijven liggen. Maar ze heeft een passie die haar drijft. "Mensen uit Zeist gingen studeren terwijl ze liever iets anders wilden doen. Dat is erg. Het kost enorm veel moeite bij jezelf te blijven en te zeggen: fk doe het zo, wat jij ook vindt. Adelheid Roosen heeft eens gezegd: geluk is je nooit beloofd. Dat vind ik echt heel mooi. " En nu is dat geluk er. Maar The Beatles waarschuwden al: happinessis a warm gun. "Geluk heeft iets onheilspellends. De positie hebben is lastiger dan de weg ernaartoe. Ik hoop wel dat ik nog op die weg ben. Niet dat ik ergens ben waar ik alleen nog maar van af kan donderen. Snap je?" Haar omgeving houdt haar met beide voeten op de grond. Wende zegt sowieso nuchter te blijven onder haar succes. 'Aandacht is leuk, maar ik ben dit niet gaan doen omdat er niemand van me houdt." Mathilde Santing is er ook, in het theater te Nieuwegein. Ze rookt een blowtje op de trap midden in de theaterlobby. Dan loopt ze resoluut richting Wende. De rij Wende-adepten negerend, die er niks van zeggen. Want het is toch wel mooi Mathilde Santing die hier op zulk een botte wijze voordringt. Santing zegt, op harde toon en zeer gewichtig, dat Wende hier wat te snel zingt en het daar net iets kleiner moet houden. Het is goed, maar het kan beter. Wende luistert aandachtig en lijkt geen moment door de kritiek van de diva uit het veld geslagen. Haar wijd opengesperde ogen verraden zelfs gretigheid. Het is prettig af en toe een ander geluid te horen dan het schallen van de loftrompet. "Ik wil leren. Ik wil verder. Dan zal ik ook wel flink op mijn bek gaan. Dat mensen denken: die Snijders, wat doet ze nou toch? Zong ze nog maar gewoon Franse liedjes. Maar niks is erger dan het niet te hebben geprobeerd. Volgens mij doet dat gewoon pijn aan de ziel.'' ? Britt Stubbe |